Het dragen van de eretekens

Een fiere Belg draagt zijn eretekens zoals het hoort

De Belgische nationale cultuur heeft zich onder meer gevormd rond gemeenschappelijke waarden, tradities en symbolen. De eervolle onderscheidingen, die deel uitmaken van het officiële systeem van beloningen, horen bij deze cultuur. Ze belichamen onder andere eer, durf, verdienste of moed.

De Nationale Feestdag, 11 november en het Feest van de Koning zijn enkele van die gelegenheden waarbij de Koning en de Koninklijke familie, de rechters en de magistraten, de militairen, de oud-strijders en de veteranen nagenoeg de enigen zijn die hun eretekens dragen.

Het design ervan is nauwelijks nog veranderd sinds de 19de eeuw en dat maakt deze eretekens onhandig om te dragen op moderne kleding. Het is al moeilijk om de erkenning vast te hechten op een vest voor mannen, laat staan op vrouwenkleding.

Zijn of haar eretekens juist dragen is een hele opgave, want de documentatie erover schiet duidelijk tekort. Informatie zonder verdere uitleg heeft trouwens weinig waarde. Zonder bekendmaking en duidelijke regels over het dragen van de Belgische eretekens, zullen ze dus snel aan belang inboeten.

Enkele elementaire regels

  • In aanwezigheid van de Koning of van een lid van de Koninklijke familie, worden enkel de grote modules van de eervolle onderscheidingen gedragen, nooit de verkleinde juwelen of de diminutieven met de kleuren van de linten.
  • De onderscheidingen worden op de linkerzijde van de borstkas vastgehecht en worden vanaf het midden gerangschikt, in dalende voorrangsorde.
  • Er wordt voorrang gegeven aan de Belgische orden, verdeeld in klassen (grootkruis, grootofficier, commandeur, officier, ridder, palmen en medailles). In gelijke klasse is de Leopoldsorde belangrijker dan de Kroonorde, die op zijn beurt voorrang heeft op de orde van Leopold II. Men mag maar één klasse per orde dragen! (Tab. I)
 OfficierRidderGouden PalmenZilveren PalmenGouden MedailleZilveren MedailleBronzen Medaille
Leopoldsorde*Niet van toepassing
Kroonorde
Orde van Leopold IINiet van toepassing

Tab. I: 4de, 5de en 6de klasse van de Belgische nationale orden.

(*) Alleen de militaire categorie, met gekruiste zwaarden, is hier geïllustreerd. De burgerlijke categorie volgt dezelfde regels.

  • Vervolgens komen de andere officiële Belgische eretekens. Een ereteken is officieel wanneer ze door een wet of een K.B. gecreëerd werd.
  • Een reglement voorziet in welke orde de militairen hun ereteken moeten dragen (Tab. II). Indien zij niet meer geciteerd worden, blijven de decoraties van de Tweede Wereldoorlog en de Oorlog in Korea vanzelfsprekend prioritair.
1.Militair ereteken voor buitengewone dienst of voor een daad van moed of toewijding (1ste en 2de klasse)
2.Militair kruis (1ste en 2de klasse)    
3.Militair ereteken voor anciënniteit (1ste en 2de klasse)    
4.Erekruis voor militaire dienst in het buitenland (1ste, 2de en 3de klasse)    
5.Herinneringsmedaille voor gewapende humanitaire operatie + staafje op het lint
6.Herinneringsmedaille voor buitenlandse operaties of opdrachten. De militairen op rust hebben de toestemming om op het lint maximum 3 staafjes te dragen met de naam van de missies waaraan ze hebben deelgenomen, op voorwaarde dat deze staafjes werden uitgereikt voor 17  september 2004. In alle andere gevallen, is het aantal missies (> 1) waaraan het personeel heeft deelgenomen, aangeduid op het lint door een Arabisch cijfer in brons van 9 mm hoogte.
7.Medaille van verdienste. Officieel is er geen enkel staafje voorzien dat op het lint mag gedragen worden.
8.Herinneringsmedaille ter gelegenheid van marsen van de Landmacht (EMHV en de vierdaagse van de Ijzer). Hoewel het hier geen eretekens betreft, mogen deze medailles gedragen worden tot 31 december van het jaar dat volgt op het jaar van de deelname of permanent vanaf 3 deelnames.    

Tab. II: Belgische militaire ereteken.

  • Een dergelijke lijst bestaat ook voor de burgerlijke decoraties (Tab. III).
AMedaille van Carnegie Hero Fund
Goud, zilver en brons
BBurgerlijk ereteken voor buitengewone dienst of voor een daad van moed of toewijding
Kruis van 1ste, 2de en 3de klasse    
Medaille van 1ste, 2de en 3de klasse        
CBurgerlijk ereteken voor anciënniteit van administratieve diensten)
Kruis van 1ste en 2de klasse    
Medaille van 1ste, 2de en 3de klasse        
Kruis van 1ste en 2de klasse voor service d'incendie    
Medaille van 1ste en 2de klasse voor service d'incendie        
DEretekens van de Arbeid
1ste en 2de klasse    
EBijzondere eretekens
Mutualiteit, 1ste en 2de klasse    
Samenwerking, 1ste en 2de klasse    
Voorzorg, 1ste en 2de klasse    
Beroepsvereniging, 1ste en 2de klasse    
Landbouwvereniging, 1ste en 2de klasse    
FErekenteken van Laureaat van de Arbeid
1ste, 2de en 3de klasseGeen foto beschikbaar

Tab. III: belangrijkste Belgische burgelijke eretekens.

Bijzondere gevallen

  • De leden van verenigingen van oud-strijders en veteranen, die titularis zijn van zowel militaire als burgerlijke eretekens, geven voorrang aan hun militaire eretekens, waarbij ze eerst de erkenning voor daden van moed of toewijding laten zien, deze voor de Tweede Wereldoorlog en de Oorlog in Korea, deze voor anciënniteit en tenslotte de andere decoraties.
  • De buitenlandse officiële eretekens worden na de Belgische officiële eretekens gedragen, volgens de chronologische orde waarop ze zijn toegekend. De andere officiële buitenlandse decoraties worden gedragen in chronologische volgorde van toekenning na de officiële Belgische decoraties.

Toelatings- en verbodsbepalingen

  • Het dragen van een buitenlandse orde moet door de Koning toegelaten zijn geworden. De buitenlandse orden worden na de Belgische gedragen volgens de datum van toekenning.
  • Een militair in actieve dienst mag geen buitenlandse eervolle onderscheiding dragen zonder Koninklijke toestemming.
  • De Belgische decoraties die niet door een wet of een koninklijk besluit gecreëerd werden worden niet officieel erkend, zelfs indien ze werden ingesteld door een ander niveau van officiële macht (provincie, stad, gemeente, …) door een rekende instelling (Het Rode Kruis, Brandweer, …) of door een of andere vaderlandslievende of filantropische vereniging. Het dragen van deze decoraties na alle andere onderscheidingen is toch toegelaten, behalve voor de militairen in actieve dienst, op voorwaarde dat er geen verwarring kan bestaan met de officiële onderscheidingen. De dragers van niet officiële decoraties zullen deze uitsluitend dragen tijdens evenementen die rechtstreeks in verband staan met de instelling die ze uitgereikt heeft.
  • De eervolle onderscheidingen van internationale organismen waarbij de Belgische Staat is aangesloten (NAVO, VN, Europese Gemeenschap, OSCE, …) zijn geassimileerd met Belgische onderscheidingen maar worden na deze gedragen.

De illustraties hierboven komen uit het reglement van de militaire tenues (DGHR-REG-DISPSYS-001) van 20 februari 2006 of uit de documentatie van de FOD Buitenlandse Zaken. Wij bedanken eveneens de firma TOULET – VAN BAEL die ons de toelating gegeven heeft om bepaalde afbeeldingen van hun website te reproduceren en Luitenant-Kolonel SBH Eric TRIPNAUX voor zijn technische raadgeving.

 

Foto: Michel Gronemberger © Koninklijk Paleis, België