Kleine historiek van de eervolle onderscheidingen
De geschiedenis van de onderscheidingen die in de loop der tijden en in alle hoeken van de wereld bestaan hebben zou in vier grote titels kunnen samengevat worden:
De beloningen
Zij verschenen zodra de mensen in gemeenschap leefden. Al heel gauw ontwikkelde zich een hiërarchisch gestructureerde organisatie waarin de wet van de sterkste heerste. Men beschouwde het als heel normaal dat aan deze elite, in evenredigheid met hun verdiensten, merktekens van hun hogere rang werden gegeven: tanden van wilde dieren, vederen van zeldzame vogels, beschilderen en tatoeëren van het lichaam … In meer ontwikkelde beschavingen gingen de beloningen hoofdzakelijk naar militairen die metalen kettinkjes, erewapens of een min of meer grote portie van de buit ontvingen.
De insignes en eretekens
In Athene bestonden de beloningen uit promoties, proclamaties, kronen en monumenten.
Bij de Romeinen, waar een strenge discipline in het leger heerste, werden de schitterende prestaties met grote plechtigheid beloond door middel van eretekens, voornamelijk kronen van allerlei aard. De toejuiching en vooral de triomf waren de grootste beloningen die men kon uitreiken en deze waren aan overwinnende generaals voorbehouden. Al naargelang het geval, werden ze vergezeld van een lauwerkrans, een ovationele krans of een triomfkrans.
Andere beloningen werden eveneens uitgedeeld: een speer zonder metalen punt, zilveren en gouden armbanden, halssnoeren, of harnasversieringen voor ruiters…
In de Middeleeuwen vergat men helemaal de traditie van burgerlijke beloningen; maar de voorliefde voor onderscheidingen was er niet minder om en leidde tot de instelling van ridderlijke en militaire ordes.
De Ordes
De religieuze en militaire Orde
Zij vinden hun oorsprong ten tijde van de Kruistochten. Men droeg een kruis op de borst en stapte op om het graf van Christus in Jeruzalem te bevrijden. De kruisvaarders die van deze Ordes deel uitmaakten onderscheidden zich slechts door de manier waarop zij hun kruis versierden; dit kruis werd rood, geel, groen, wit of zwart al naargelang de nationaliteit.
De Ridder(schap)ordes
Zij werden in die tijd ingesteld en onder het gezag van een Grootmeester en Commandeurs geplaatst doen zij de kruistochten verder zetten en de ridders hadden geen bijzondere nationaliteit waarvan de nationale belangen hun toewijding aan de belangen van de Paus in gevaar zouden kunnen brengen. Zo waren er de Ridders van het Heilig Graf, de Hospitaalridder van Sint Jan van Jeruzalem, van Sint Lazarus, de Tempeliers enz. De Orde van de Hospitaalridders van Sint Jan van Jeruzalem werd in de XIVde eeuw de Orde van De Heilige Johannes van Rhodos en in de XVIde eeuw de Orde van Malta.
Aanvankelijk waren de Ridders meestal strijders van adellijke afkomst, alsook strijders van eenvoudiger afkomst maar dan wel van eerbare en onberispelijke families, met een erkend geloof in de godsdienst en die door schitterende daden tot de adelstand konden verheven worden.
Geleidelijk aan werden de Grootmeesters van alle religieuze en militaire Ordes rond de kroon verzameld, en zo werden zij nationale Ordes waarvan de vorst een politieke macht maakte die nodig was voor de Staatszaken.
Zo hadden we in Frankrijk de Ordes van de Heilige Geest, van Sint Michiel en van Sint Lazarus, in Engeland de Orde van de Kousenband, in Zweden deze van de Serafijnen, in Denemarken deze van de Olifant…
Een prestigieuze Ridderorde zal heel nauw met onze provincies verbonden worden daar zij op 12 januari 1430 te Brugge gesticht wordt door Philips de Goede, Hertog van Bourgondië, suzerein van Vlaanderen, Artois, Brabant en Limburg. Het betreft de Orde van het Gulden Vlies die wordt verleend aan 24 ridders, die beloven aan de leider en Vorst van de Orde, hun trouwe en loyale diensten, zowel in oorlogstijd als in gevaarlijke omstandigheden, aan te bieden.
De Ordes van Verdienste
Terwijl de Ridderordes ingesteld werden door de heersende vorsten, ten voordele van de edele ridders, werden de Ordes van Verdienste door de Naties ingesteld ten voordele van elke burger die zich voor het Vaderland verdienstelijk maakte en een onberispelijk verleden had.
Meestal werden de leden van een Orde van Verdienste in graden opgedeeld, waarvan de houders zich door verschillende insignes van elkaar onderscheidden en zij droegen de titels van Ridder, Officier, Commandeur, Grootofficier, Grootkruis- of Grootlintdrager.
De overgang naar een hogere graad kon niet zonder alle andere bereikt te hebben.
Bepaalde van deze Ordes beschikten over een ondergeschikte klasse met medailles, palmen enz. En in veel gevallen gingen de Ordes van Verdienste gepaard met een pensioensuitkering voor de houders.
Er bestaat een groot aantal van deze Ordes, waarvan de bekendste zijn: l’Ordre de la Légion d’Honneur (Het Erelegioen) in Frankrijk, de Orde van het IJzeren Kruis en de Orde van Verdienste in Duitsland, de Victoria Order en de Distinguished Service Order in Groot-Brittannië, de Orde van de Witte Leeuw in Oostenrijk, de Orde van Isabella de Katholieke in Spanje, de Kroonorde in Italië, de Orde van Oranje-Nassau in Nederland en nog vele andere…
België bezit vijf Ordes van Verdienste
De Leopoldsorde, burgerlijke en militaire titel (1832) en maritieme titel (1934): vijf klassen per titel.
De Orde van Leopold II, van de Onafhankelijke Staat Kongo (1900-1908), van Belgisch Kongo (1908-1910), van België (1910): zes klassen.
De Orde van de Afrikaanse Ster, van de Onafhankelijke Staat Kongo (1888-1908), van Belgisch Kongo (1908-1960): zes klassen.
De Koninklijke Orde van de Leeuw, van de Onafhankelijke Staat Kongo (1891-1908), van Belgisch Kongo (1908-1910), van België (1910): zeven klassen.
De Kroonorde , van de Onafhankelijke Staat Kongo (1897-1908), van Belgisch Kongo (1908-1910), van België (1910): zeven klassen.
De decoraties
Zij komen voor sinds de XVIde eeuw en worden algemeen gebruikelijk in de XIXde eeuw.
Eerst de militaire decoraties en daarna de burgerlijke decoraties worden talrijker onder invloed van vijandige principes tegenover het feodale karakter van de Ordes.
De decoratie bestaat meestal uit een insigne dat een ster, een kruis, een rozet, een lint, een plaatje, een snoer, een baret … kan zijn.
André Charles BornéWat de decoraties betreft, moet men volgend onderscheid maken: de officiële decoraties die het voorwerp uitmaken van een wet, een Koninklijk Besluit of een Institutioneel Decreet; de semi-officiële decoraties die een particulier karakter dragen als vorm van erkentelijkheid van de reglementering of van de statuten; de niet officiële, privé en fantasie decoraties, in het leven geroepen door de besturen van verenigingen, federaties, liga’s, vriendenkringen…
Meer details kan men terugvinden in het boek Distinctions honorifiques de la Belgique 1830-1985 van André Charles BORNE.